Rond de periode van oudjaar zijn we een paar dagen gaan wandelen in de streek van Malmedy. Weg van de opgeklopte eindejaarshectiek, en in ruil daarvoor wat rust en eenvoud.
Alleen, het weer zat niet echt mee. Toen we ons klaar maakten voor een eerste wandeldag, was het al flink aan het regenen, en de voorspellingen waren ook al niet echt opbeurend. Op zo een moment betwijfel je of het wel zin heeft om een camera mee te nemen.
Uit vroegere ervaringen heb ik echter geleerd dat je van een dergelijke beslissing gegarandeerd spijt krijgt, dus werd het een compromis: de fotorugzak waarmee ik alle eventualiteiten van het leven aan kan (of denk aan te kunnen) (groothoekzoom, telezoom, normale lens, macrolens, statief,..) thuis gelaten, want in die nattigheid lenzen verwisselen zie ik toch niet zitten.
Maar een lichte crop-body met een 50mm f/1.8, die mag wel mee.
Na een half uur wandelen stopte de regen, en heb ik de camera uit de tas gepakt. En die is de rest van de dag in gebruik gebleven.
Het besef dat je maar één lens bij hebt, werkt zelfs enigszins bevrijdend, je hoeft je alvast niet meer te bekommeren over de lenskeuze, en met het beperkte zicht van de grijze sneeuwlucht was iets anders dan die 50mm wellicht zelfs niet nuttig geweest.
Joost.